Champagne 10 weetjes do’s & don’ts

# 1

In champagne zitten veel zuren, die honger kunnen opwekken. Na een glaasje bubbels als aperitief heb je dus nóg meer zin in het diner. Wist je trouwens dat het woord aperitief van het Latijnse woord ‘aperire’ komt, wat openen betekent? Een aperitief ‘opent’ dus de maaltijd.

# 2

Champagne is een volwaardige, complexe en veelzijdige wijn en kan ook heel goed bij het eten worden gedronken, in plaats van alleen als aperitief.

Ook lekker: Bellini cocktail met prosecco, peer en rozemarijn.

# 3

Vuistregel is dan wel dat het eten noch de champagne overheersend moet zijn, ze moeten elkaar tot hun recht laten komen. Als ze dat doen, is er sprake van ‘smaakharmonie’.

# 4

Houd bij het kiezen van een champagne rekening met de gerechten die worden geserveerd én de manier waarop de gerechten zijn bereid. Stomen, koken, blancheren of pocheren zorgt dat meer van de natuurlijke smaken van een product behouden blijven. In die gevallen kun je beter kiezen voor een lichtere champagne zoals brut non vintage. Bakken of grillen geeft een krachtigere smaak, wat beter past bij vintage of Rare champagne

# 5

Je kunt voor iedere gang een andere cuvée kiezen, maar je kunt ook prima één soort champagne kiezen die van voorgerecht tot toetje dienst kan doen.

# 6

Je kunt als foodpairing kiezen voor harmonie of contrast. Door het hoge zuurgehalte past champagne goed bij citrus, of dit nou door de dressing, over de vis of in de citroentaart zit. Deze bij elkaar passende smaken zorgen voor harmonie. Tegelijkertijd kan champagne, juist door het zuur, het vettige in gerechten afbreken, het contrasteert. Denk bijvoorbeeld aan vette oliebollen die nog beter smaken met een glas friszure champagne.

# 7

Champagne past ook perfect bij pittige gerechten, het kleine zoetje van de champagne blust deze smaken subtiel.

Drink je liever een cocktail met cranberry wodka, limoen en munt.

# 8

De complexiteit van champagne maakt dat het beter bij verfijnde gerechten past dan bij zware gerechten. Rijpe, volle champagnes gaan goed samen met vis en wit vlees, zoals kalfsvlees, gevogelte en sliptong, maar passen ook goed bij hert en verschillende kazen.
Rijpe, complexere champagnes kunnen wat meer aan: kaviaar, coquilles, rood vlees, kaas en truffel. Rosé champagne past goed bij rood fruit, donkere chocolade, lamsvlees en canard à l’orange. Demi-sec champagnes gaan goed samen met zoete desserts, maar ook met foie gras.

# 9

De beste temperatuur om een champagne op te serveren is tussen de 8 en 10 graden Celsius. Lichtere champagnes mogen iets aan de koele kant worden geserveerd, maar te koud serveren zorgt dat de smaak en aroma’s verloren gaan.

# 10

Ondanks al deze tips is de belangrijkste regel natuurlijk: kies wat je zelf lekker vindt. Het zijn jouw feestdagen.

Probeer de bubbels van Ilja Gort alcoholvrij.